📖🎧 Onderzoeksjournalist Nick Meynen: “De echte oplossingen voor een betere wereld zijn geen ‘ik’ maar een ‘wij’-verhaal”

Het woord journativist dat we bij Re-story gebruiken spreekt schrijver, journalist, opiniemaker en activist Nick Meynen tot de verbeelding. Hij denkt ook tot die categorie te behoren. En dat denken wij ook. Naast het schrijven is Nick dan ook deeltijds actief in de Europese milieubeweging. Hij gooide hoge ogen met zijn ook in het Engels vertaalde en onder andere door Naomi Klein geprezen boek Frontlijnen. Een reis langs de achterkant van de wereldeconomie. In zijn nieuwe boek met de tot de verbeelding sprekende titel De Val van Icarus betoogt hij dat het virus een kantelpunt kan zijn en doet hij vijf #BeterNaCorona-voorstellen. Ik stelde Nick vir korte kernachtige vragen over de kern van zijn boek. Daarna delen we ook een deel van #BeterNaCorona-voorstel uit het boek van Nick. In de podcast van dit verhaal leest hij het zelf voor.

Nick Meynen

Nick Meynen

In De Val van Icarus: het virus als kantelpunt zet Nick uiteen dat een pandemie geen accident is, maar wel een logische consequentie van de politieke keuzes die onze beleidsmakers al decennialang maken. Keuzes die mens en planeet verdrinken in het ijskoude water van de egoïstische berekening. 

Er is geen weg terug naar normaal, stelt Nick, omdat niets aan de precorona-economie normaal was. Met zijn antwoord op vier korte kernachtige vragen schetst hij de kern van zijn boek en de rol die jij en wij spelen om de huidige pandemie een positieve wending voor de toekomst te geven. 

Wat is het grote idee van je boek?

Nick “Het aantal en de diversiteit van epidemieën is de laatste dertig jaar gestegen. Als we naar pandemieën zoals deze die we nu meemaken kijken dan zien wetenschappers steeds duidelijker de verbanden met een economisch systeem dat zaken voortbrengt zoals ontbossing in de tropen ten behoeve van overconsumptie door een specifiek deel van de wereldbevolking, overbodige cruises, een overdaad aan vluchten, neoliberale aanvallen op de zorg en zelfs het machogedrag van de wereldleiders achter de grootste massagraven.

De lijst verbanden en oorzaken is zeker niet compleet en het ene zal een grotere rol spelen dan het andere, maar dit is wat bovenstaande voorbeelden allemaal gemeen hebben: ze maken de pandemie én de wereldwijde milieucrisis almaar erger.

De systeemfouten waren al aanwezig, de coronagolf legde ze enkel bloot. Maar elke crisis is ook een kans om het roer radicaal om te gooien, om het bedje van de volgende pandemie niet opnieuw te spreiden. Daarvoor heb je concrete voorstellen nodig, voorstellen die in verhouding staan tot de diepere oorzaken van deze en de volgende pandemie.

In mijn ogen moeten alle #BeterNaCorona-voorstellen dan ook aan drie basisprincipes voldoen. 

Principe 1: De oplossing voor één crisis moet ook andere crisissen aanpakken 

We kunnen het beperkt beschikbare politieke, sociale en financiële kapitaal niet aan slechts één crisis opgebruiken.

We kunnen het beperkt beschikbare politieke, sociale en financiële kapitaal niet aan slechts één crisis opgebruiken

Van habitatvernietiging tot cruiseschepen en van overdreven luchtvaart tot luchtvervuiling, vaak kunnen we twee vliegen in één klap slaan: zowel een subsidie voor de volgende pandemie schrappen als de opwarming vertragen. 

Principe 2: We willen niet terug naar ‘normaal’, want het oude ‘normaal’ werkte niet 

Oplossingen moeten ons naar een betere wereld brengen, niet terugvoeren naar een mank systeem dat zowel de mens als de planeet naar een burn-out duwde. Als we nu niet #BeterNaCorona worden dan missen we een historische kans op het voorkomen van de totale collapse van onze samenleving, met nog veel grotere ellende.

Principe 3: Een halve of oneerlijke oplossing is geen oplossing

We moeten het oude gebouw van de fossiele economie slopen, maar de mensen redden die erin zitten.

Een platte koolstoftaks riep de gele hesjes in het leven. We moeten het oude gebouw van de fossiele economie slopen, maar de mensen redden die erin zitten. We moeten eerlijk te werk gaan, met zorgzaamheid voor iedereen. We kunnen niet toelaten dat de grootste verantwoordelijken voor deze crisis de rekening naar de gewone mensen stuurt.”

Hoe weet je dat?

Nick: “Ik weet dat de kans op systeemverandering zelden zo groot als nu was door daarover te lezen en rond mij te kijken.

Onderzoek van het Centrum voor Internationale Samenwerking aan de New York University wees uit dat tijdens de pandemie in veel landen de publieke steun groeide voor maatregelen als herverdeling met directe steun voor kansarmen, publieke dienstverlening, minder macht voor de multinationals, nationaliseringen, grote overheidsuitgaven en meer belastingen voor de rijken. 

IPSOS deed een bevraging bij 28.000 mensen wereldwijd en 68% zei dat de overheid zou falen als ze nu niets doet aan de klimaatverandering.

Waarom moeten we ons dat aantrekken?

“Kijk,” zegt Nick: “in 2020 kregen miljarden mensen te horen dat ze ‘thuis’ moesten blijven, soms maanden aan een stuk. Maar meer mensen dan ooit beseffen nu dat we ook na deze pandemie ‘thuis’ moeten blijven, op deze planeet.

De pandemie van 2020 herinnert ons eraan dat het snel veranderende klimaat maar een van de vele existentiële uitdagingen is waar we als mensheid deze eeuw voor staan.

Ze beseffen dat dit geen pretje zal zijn als we met het oude groeimodel voort blijven gaan, het model waarmee we virussen losschudden uit de natuur, ze sneller dan ooit verspreiden en de impact vergroten. De pandemie van 2020 herinnert ons eraan dat het snel veranderende klimaat maar een van de vele existentiële uitdagingen is waar we als mensheid deze eeuw voor staan.

De reden om ons dit aan te trekken is heel simpel: niemand wil in de toekomst steeds vaker totaal onvoorstelbare pandemieën en bijhorende lockdowns over zich heen krijgen, toch?”

Wat kan ik, de lezer of luisteraar, doen?

Nick: “De echte oplossingen zijn geen ‘ik’ maar een ‘wij’ verhaal. We zullen veel collectiever moeten denken als we crisissen zoals klimaatverandering en pandemie het hoofd willen bieden. Ik bespreek in mijn boek vijf concrete #BeterNaCorona voorstellen over de voedselketen, mobiliteit, mijnbouw, de coronafactuur en werk.

Deze voorstellen vormen telkens een radicale ingreep in de economie waar het jaar 2021 om vraagt én ze zijn puzzelstukjes van het nieuwe economische model dat nodig is om zowel pandemieën als klimaatchaos aan te pakken.

Nieuwe wortels

de-val-van-icarus-nick-meynen-re-story-mischa-verheijden.jpg

We delen hier met dank aan Nick en EPO Uitgeverij een deel van het concrete voorstel voor de voedselketen met jou. Nick geeft het in De Val van Icarus de toepasselijke titel … Nieuwe wortels.

In 1991 sloten acht theatermakers, hippies en avonturiers zichzelf op in hun eigen wereld. Niet als metafoor, maar letterlijk. Hun enorme serre was hermetisch afgesloten van de buitenwereld, enkel zonlicht kwam er binnen. Ze hielden het twee jaar vol, tot de zuurstofbalans zo slecht werd dat ze letterlijk gestikt zouden zijn als ze bleven volharden. 

In die twee jaar leefden ze wel zelfvoorzienend en leerden ze erg veel over de biochemische cycli die het leven op aarde mogelijk maken. Ze toonden de wereld hoe ver je hierin kunt gaan. Wat die acht mensen deden, was het extreme uiteinde van een spectrum aftasten. 

Er is een spectrum van plaatselijk tot globaal als het aankomt op de voorziening van iets essentieels voor ons allemaal: onze voeding. Onze samenleving is naar het andere uiteinde van dat spectrum doorgeschoten: naar extreem globaal.

Op 15 september 2008 waren er bankiers in de Londense City die hun vrouw belden met de boodschap om alles te laten vallen waarmee ze bezig waren, meteen in de auto te springen en eten in te slaan. Wij, de leken die geen flauw idee hebben wat er in die bankwereld gaande is, kunnen amper vatten wat het voor hen betekende toen de bank Lehman Brothers over de kop ging.

Toen de bank Lehman Brothers over de kop ging, begrepen bankiers  onmiddellijk dat het globale financiële systeem op elk moment kon instorten.

De bankiers begrepen onmiddellijk dat het globale financiële systeem op elk moment kon instorten. Schepen zouden niet meer uitvaren. Vrachtwagens zouden niet meer vertrekken. De lopende band die alles naar de supermarkt brengt, zou stilvallen. De economie zou overnight van extreem globaal naar extreem lokaal kunnen swappen, met desastreuze gevolgen. 

Dat jaagde zoveel schrik aan dat ze het nodig vonden om het heel dringend verkopen van miljoenen aan aandelen te onderbreken om net dat ene telefoontje naar huis te maken en te zeggen: “koop nu voedsel”. Dat is de zekerheid die dit extreem geglobaliseerde systeem ons geeft.

In de lente van 2020 speelde een ander doch soortgelijk soort verhaal. Dit keer waren het landen die plots besloten om de export van graan of rijst tot nader order te beperken of stop te zetten.

Ergens redelijk vooraan in mijn hoofd zit de statistiek dat meer dan 40% van wat we in Europa eten op een ander continent geteeld wordt. We voeren ook uit, maar dat zijn geen communicerende vaten. Export van varkensvlees uit België naar Zuid-Korea vervangt geen ingevoerde bonen, bananen en koffie uit Kenia.

In België is zelfs basisvoedsel als brood nu ook een import-exportproduct. Toen ik hierover schreef in De Standaard, vond de secretaris-generaal van de Federatie van Grote Bakkerijen dat ik te ver was gegaan met iets wat ik had gezegd over de import van brood uit Polen (het woord “vaak”).

Zelfs ons brood hangt in snel stijgende mate af van de internationale handel.

Tot mijn grote verbazing bracht ze daarop zelf een tabel aan, waaruit bleek dat de waarde van de import en export van bakkerijproducten tussen 2017 en 2018 maar liefst respectievelijk met 82,9% en 162,8% was gestegen. Met andere woorden: zelfs ons brood hangt in snel stijgende mate af van de internationale handel.

Brood is geen uitzondering. Zo’n 80% van de groenten en het fruit in België komt uit het buitenland. Bovendien zijn onze telers voor het oogsten van hun groenten en fruit vaak afhankelijk van goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa, die makkelijker uitgebuit kunnen worden.

Dat werd in de lente van 2020 een nachtmerrie voor de producenten, die in allerijl minder efficiënte en duurdere lokale arbeidskrachten moesten inhuren of vluchten moesten charteren om goedkope arbeiders uit Oost-Europa over te vliegen, waar dat mocht.

De geglobaliseerde, geïndustrialiseerde en gemonopoliseerde voedselketen is niet alleen schadelijk voor ons milieu en op uitbuiting en lage lonen gebaseerd, ze maakt ons ook kwetsbaar voor virussen.

We zijn al lang vergeten hoe het voelt om echt voedseltekort te hebben, hier in Europa. En dan heb ik het niet over een tijdelijk gebrek aan gepelde garnalen.

We vinden het superdiverse aanbod in de supermarkt vanzelfsprekend. De pandemie herinnert ons eraan dat dit een vals gevoel van veiligheid is. Het lege rek in de fruitafdeling van de supermarkt bij mij om de hoek staat op mijn netvlies gebrand.

Een grootschalige herlokalisering van de voedselketen is urgenter dan ooit, in combinatie met een heel strategische keuze voor wereldhandel.

Voor een samenleving van acht miljard mensen heb je handel nodig, ook over de grenzen heen. De vraag is vooral: waar ligt het optimum tussen de totale autarkie die de acht biosfeerproefkonijnen probeerden te bereiken en de totale globalisering die we nu meemaken? Een grootschalige herlokalisering van de voedselketen is urgenter dan ooit, in combinatie met een heel strategische keuze voor wereldhandel.

Hoe? 

Laat ons klein beginnen. Helpt het als meer mensen een eigen moestuin beginnen? Natuurlijk, hoe meer hoe liever. Maar er zijn veel mensen die geen tuin hebben, en zelfs als ze een tuin hebben, zijn er veel mensen (zoals ik) die de kaart van het excuus zullen trekken: te weinig kennis, kunde, goesting, tijd... Wie zelf produceert: prima, doe zo voort, jullie bewijzen ons allen een dienst.

In Vlaanderen zijn er al meer dan vijftig boeren die lokaal groenten, fruit, granen en kruiden telen en waar honderden mensen kunnen oogsten wat ze nodig hebben.

Maar er is veel meer nodig. Mijn favoriete lokale oogst is afkomstig van zelfplukboerderijen.

In Vlaanderen zijn er al meer dan vijftig boeren die lokaal een heel divers gamma aan groenten, fruit, granen en kruiden telen, die honderden mensen per boerderij kunnen bedienen en waar mensen op elk moment kunnen langsgaan om te oogsten wat ze nodig hebben.

Onze boer is zo goed dat hij het op TV in het Europees Parlement mocht gaan uitleggen. Dit model verspreidt zich ook snel naar andere landen. Dit model verdient steun.

Zelfplukboerderijen en andere landbouwbedrijven die rechtstreeks aan de consument verkopen, slagen erin een sluwe sluipweg te vinden om de bastions van de supermarkten te vermijden. Overal ter wereld posteren supermarkten zich letterlijk tussen de stedelijke consumenten en het rurale ommeland van de stad waarin die consumenten leven.

Ze verkopen vooral goederen die elders geproduceerd werden, vaak aan de andere kant van de wereld, vaak in omstandigheden die we in de EU niet toestaan. Ze smeren ons producten aan die duizenden kilometers gereisd hebben, strijken grote winsten op, hevelen die over naar belastingparadijzen en laten de stadskernen en de landbouwers verarmd achter. Tijdens dit alles horen we het motto “klant is koning”. Maar wat als de koning het koninkrijk aan het vernietigen is?

Waar nog rek op zit, is de groei van lokaal verankerde alternatieven die het overwicht van de internationale supermarkten kunnen verminderen, zoals de kleine coöperatieve Content, die zich zo lokaal mogelijk in de regio van Leuven bevoorraadt.

Het potentieel van de korte keten groeit en alle initiatieven samen helpen om wortels te geven aan ons voedselsysteem.

Tegen mijn intuïtie in bleek hun omzet in volle lockdown omhoog te schieten. Straf, voor een winkel zonder verpakkingen in volle coronatijd. De winkelier dacht dat dit was omdat mensen nog bewuster met hun voedsel om willen gaan dan vroeger. Het potentieel van de korte keten groeit en al die initiatieven samen helpen om weer net iets meer wortels te geven aan ons voedselsysteem.

Nu is het tijd om ook de grote spelers zelf aan te pakken, de mainstream. Kunnen voedingswinkels niet verplicht worden om een zeker percentage lokaal of regionaal aan te kopen? Kunnen ze niet verplicht worden om bijna alles wat van ver komt enkel met het keurmerk van eerlijke handel te kopen?

Het houdt nog altijd steek om fairtrade koffie, bananen, chocolade en dergelijke te importeren. Op dit moment trekken internationale supermarktketens voortdurend de macht in de voedselketen naar zich toe, steunend op over-ontginning, de uitbuiting van kleine boeren en werkkrachten en een internationaal handelsregime dat belastingen ontwijkt maar kosten afwentelt op ons, via ons leefmilieu.

Met initiatieven als ‘40 dagen zonder supermarkt’ begint her en der het supermarktactivisme op te duiken. 

Het supermarktactivisme begint her en der op te duiken. In Nederland en België groeit de weerstand, met initiatieven als ‘40 dagen zonder supermarkt’ en een activistische stunt op de drukke Antwerpse Groenplaats (die ik ooit zelf nog organiseerde). Hier is echter nog veel werk aan de winkel.


Tenslotte is er nu een momentum om de megastallen van de managers aan te pakken die zich als ‘boer’ voordoen. Het debat daarover barstte eindelijk los en de bijdrage van de vleesindustrie in de pandemie is buitenproportioneel groot. Wie daar meer over wilt lezen: zie de reeks artikels bij Apache, de reeks bij De Standaard en mijn bijdrage Vleesindustir, virussen en de vrije markt op vrtNWS.

Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …

Wij meten niet hoeveel mensen dit verhaal lezen, dat is niet zo relevant. Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!

Heb jij ook een #BeterNaCorona-voorstel, deel het met ons in de comments!