📖 Breaking silence: een aangrijpend en beklijvend verhaal over de hulpverlening aan suïcidale jongeren
Suïcide is in Nederland en in België doodsoorzaak nummer-1 onder jongeren tot dertig jaar. In haar proefschrift Breaking silence. Adolescent suicidality in secure residential youth care from different perspectives deed Shireen onderzoek naar hoe wordt omgegaan met suïcidaal gedrag van jongeren en de betekenisvolle rol die ervaringsprofessionals kunnen spelen voor deze jongeren, en voor hun hulpverleners. Een aanpak voor suïcidepreventie die levens redt.
Het proefschrift Breaking silence. Adolescent suicidality in secure residential youth care from different perspectives, van Shireen Kaijadoe, die ik via Re-story coöperant Patricia van Deurzen heb leren kennen, handelt over hoe in de gesloten jeugdzorg wordt omgegaan met suïcidaal gedrag van jongeren.
Met haar onderzoek was het Shireens bedoeling drie zaken te exploreren. Als eerste wat jongeren vinden van de manier waarop professionals reageren op hun suïcidaliteit.
Ten tweede: wat de impact van een suïcide is op de professionals die deze jongeren begeleiden.
En tenslotte of en hoe de inzet van ervaringsprofessionals bijdraagt aan het verlagen van suïcidaliteit bij jongeren die al lang suïcidaal zijn.
Het onderzoek laat zien dat jongeren zich vaak niet gezien en gehoord voelen, hulpverleners zich vaak machteloos en onzeker voelen en dat de inzet van ervaringsprofessionals een positieve invloed heeft op de jongeren en hun behandelteam.
Op 16 decemebr 2024 verdedigde Shireen haar proefschrift.
Het is geheim wat na een proefschriftverdediging wordt besproken. Maar de rector van de Radboud Universiteit in Nijmegen klapte uit de biecht dat de verdediging van Shireen de meest indrukwekkende proefschriftverdediging ooit was in zijn bijna vijftigjarige carrière.
Dat het indrukwekkend was, kan ik beamen.
Wat Shireen dan deed?
Om duidelijk te maken wat ze de afgelopen vier jaar heeft gedaan, vertelt ze, weg van het spreekgestoelte, met haar rug naar de jury (ongezien bij proefschriftverdedigingen) sprekend tegen het talrijk aanwezige publiek, een verhaal.
Een aangrijpend en beklijvend verhaal over de hulpverlening aan suïcidale jongeren.
Dit is wat ze vertelde.
“Ik neem je mee naar het jaar 2015. Het is een gure novemberavond en ik ben op weg naar een greet and eat. De avond is bedoeld om beleidsmakers en gemeentelijke ambtenaren te informeren over de stand van zaken en uitdagingen binnen de jeugdzorg.
We staan dan immers aan de vooravond van een ingrijpende operatie waarbij de volledige verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg en opvoedingsondersteuning bij gemeenten komt te liggen.
Die avond krijg ik bij elke gang van een driegangenmenu het verhaal te horen van een jongere die vanwege suïcidaliteit opgenomen is geweest in de gesloten jeugdzorg.
Bij het hoofdgerecht schuift een zeventienjarig meisje aan en zij vertelt hoe zij in de instelling op een avond een suïcidepoging doet door zich te verhangen.
Juist op dat moment komt de nachtwaker langs. Hij snijdt haar los. En in alle nachtdiensten die hij werkt, blijft hij naar haar toe gaan. Hij checkt in bij haar, vraagt hoe het met haar gaat, brengt een kopje thee, informeert naar de dag.
Maar het meisje zwijgt.
Zij zegt niets.
Aan tafel vertelt ze dat ze op dat moment al lang het vertrouwen in de mensen om haar heen is kwijtgeraakt. Ze durft niets meer te zeggen over haar suïcidale gevoelens.
De nachtwaker blijft komen.
Iedere dienst weer.
Week in, week uit.
Maand in, maand uit.
En dan op een nacht, als ze hem weer ziet komen met dat vriendelijke gezicht en dat uitnodigende gebaar: hoe is het met je vandaag? Hoe is het echt met je?, moet ze huilen.
Ze huilt.
Heel lang en heel hard.
Ze vertelt hem alles over wat ze in haar leven heeft meegemaakt.
Dat moment is een keerpunt in het leven van het meisje. Samen met hem zet ze haar eerste stappen naar buiten.
Ze is al maanden niet meer buiten geweest. Opgenomen, in isolatie, onder cameratoezicht wegens een hoog suïciderisico.
Met deze man, die zich er hard voor maakt om die kleine stappen met haar te zetten, lukt het haar om uit haar suïcidaliteit te stappen. En uiteindelijk uit de gesloten jeugdzorg.
Vijf jaar later kom ik in de gelegenheid om met subsidie van ZonMW zelf onderzoek te doen naar suïcidaliteit in de gesloten jeugdzorg. Ik wil heel graag weten wat daar gebeurt.
Wat voor zorg ontvangen deze jongeren?
Wat vinden zij ervan?
En hoe is het voor hulpverleners om met deze jongeren te werken?
Wat is de impact van suïcidaliteit op hen?
Wat doet het met ze, en met hun handelen?
In het proefschrift staan vier studies en drie daarvan zijn kwalitatief van aard. En in een kwalitatieve studie gaat het niet zozeer om de cijfers en de getallen, maar gaat het over de verhalen, de ervaringen en belevingen van de mensen zelf.
Ik heb dat kwalitatieve onderzoek, die interviews, niet alleen gedaan. Ik heb dat gedaan met een team van vijf ervaringsprofessionals. Drie daarvan zijn vandaag hier mijn paranimfen en met hen ben ik de instellingen ingegaan.
In de allereerste studie spreken we elf meisjes, allemaal vanwege suïcidaliteit opgenomen in de gesloten jeugdzorg. Hun perspectief is heel duidelijk.
Zij zeggen allemaal: ‘Het helpt mij als je mij niet veroordeelt omdat ik suïcidaal ben. Als je niet boos wordt. Als je een band met me opbouwt. Als je naar mij luistert. Als je dingen met mij doet om me te leren kennen, en niet alleen met mij over moeilijke dingen praat in een kamertje. En het helpt als je ook iets van jezelf laat zien, want hoe kan ik nu met iemand die ik helemaal niet ken over de allermoeilijkste dingen in mijn leven praten?’
Wat zij ook zeggen, is dat het hen niet helpt als ze opgesloten worden als ze suïcidaal zijn. Ze zeggen dat het hun suïcidaliteit juist versterkt. Het maakt het erger. De depressieve gevoelens worden steeds groter.
Ze voelen zich vernederd, in de steek gelaten. Ze worden er boos van. Ze hebben het gevoel dat ze anderen tot last zijn en dat ze het niet waard zijn om zorg te ontvangen.
In de tweede studie spreken we veertien hulpverleners.
En zij zeggen allemaal: ‘Shireen, luister, vroeg of laat kom je bij deze jongeren voor een dilemma te staan: een jongere is suïcidaal en ik moet inschatten of ik die jongere nog vertrouw. Laat ik de autonomie en de keuzes bij die jongere of zeg ik: ‘Nee, ik vertrouw het niet. Ik vertrouw het niet en ik ga over tot beheersmaatregelen. Dat kan betekenen dat ik een jongere, om die tegen zichzelf te beschermen, in een isoleercel plaats.’
Wat al deze hulpverleners ook zeggen is dat op het moment dat ze een jongere verliezen door suïcide, dat zo’n ongelofelijk grote impact op hun handelen heeft.
Ze gaan twijfelen aan zichzelf. Ze worden onzeker. ‘Het knaagt aan je. Je voelt je machteloos’, zeggen ze.
En naast alle rouw en alle verdriet komt er angst in de organisatie, in de teams en in henzelf. Vanuit die angst, omdat ze het al een keer hebben meegemaakt en uit angst om het nog een keer mee te maken, gaan ze sneller over tot fysieke veiligheidsmaatregelen, zoals een jongere in de isoleercel plaatsen.
Omdat ze het niet nog een keer willen meemaken. Zoals een hulpverlener het heel treffend zei: ‘Ik wil zeker weten dat die jongere er nog is als ik de volgende ochtend die deur open doe.’
En, zo vertelden ze ook allemaal: je komt met elkaar in een patstelling terecht. Daarmee komen we bij een heel belangrijke kern uit mijn onderzoek terecht: er is sprake van een vicieuze cirkel.
De jongere zwijgt, praat niet meer over zijn suïcidale gevoelens uit angst om in isolatie geplaatst te worden.
De hulpverlener zegt: ‘Ik kan het suïcidegevaar niet inschatten en ik heb het al een keer meegemaakt dat het fataal afliep. Ik ga het niet nog een keer meemaken. Dus ga ik, om zeker te zijn dat de jongere de volgende dag nog leeft, sneller over tot plaatsing in een isoleercel.’
Het gevolg is dat de jongere zwijgt, uit angst voor plaatsing in isolatie. De jongere zwijgt, en de suïcidaliteit neemt toe.
Met elkaar zit je in een klem, een vicieuze cirkel van zwijgen en escalatie.
In de derde studie zien we hoe een interventie met ervaringsprofessionals kan helpen om die impasse, die vicieuze cirkel te doorbreken.
Twee van ‘mijn’ ervaringsprofessionals, Sjoerd en Charlotte hebben een jaar lang een meisje dat op dat moment langdurig suïcidaal was, wekelijks begeleid.
Het meisje verblijft op dat moment vijftien maanden op een zeer intensieve kortdurende observatie- en stabilisatieafdeling (ZIKOS) in de gesloten jeugdzorg.
Die afdelingen zijn inmiddels gesloten, maar dat meisje verbleef er langdurig in een isoleercel onder cameratoezicht. Ze kwam daardoor al langere tijd niet meer buiten.
Wat hebben Sjoerd en Charlotte gedaan?
Geen doelen, contact maken.
Wie ben jij?
Wat is met jou gebeurd?
Hoe gaat het met je?
Wat wilde je eigenlijk worden vroeger?
Wat waren je dromen?
En wat voor opleiding wil je straks gaan doen als je hier uitkomt? Want dat kom jij. Je komt hier straks uit.
Hoop en perspectief. Dat boden ze. En ze namen haar bij de hand, naar buiten, de wereld in. Op haar verjaardag nam Sjoerd haar mee naar zee. Hoe fijn vond ze dat. Hoe dankbaar was ze daarvoor. Ze kon weer lachen.
Ze zei: ‘Ik kreeg weer hoop. Ik voelde me gezien en gehoord. En dat maakte dat ik weer veerkracht kreeg om stappen te zetten.’
Haar suïcidaliteit zakte.
Maar het was niet alleen de jongere die er baat bij had. Ook de teams hadden er baat bij.
Maar de teams, en ik zeg nadrukkelijk de teams, want in dat jaar werd het meisje vijf keer binnen de instelling overgeplaatst. Ze ging van de ZIKOS-afdeling naar een gesloten groep, dan naar een besloten groep, een open groep en van daaruit naar een groep begeleid wonen in afwachting van opname op een behandelinggroep aan het andere eind van het land.
En bij al die overplaatsingen veranderden de hulpverleners, de jongeren en de omstandigheden.
Maar Sjoerd en Charlotte bleven.
En hun aanwezigheid had ook een lerend effect op de professionals die bij het meisje betrokken waren. Het was een soort ‘learning on the job’.
In de vierde studie zagen we dat een suïcidepreventietraining zeker helpt, maar het voorleven en in de praktijk zien hoe je relationele veiligheid kan bieden, helpt nog beter.
Wat weten we nu na vier jaar onderzoek?
De Nachtwaker. De nachtwaker maakte verbinding: ik geef jou niet op.
En wat hebben hulpverleners nodig om die boodschap uit te kunnen dragen? Want zonder hen geen jeugdzorg. Daarom moeten we goed voor hen zorgen.
Met training en ondersteuning, maar ook met een veilige, open, lerende werkomgeving waarin ze gezien en gehoord worden en kunnen praten over de kwetsbaarheden die dit moeilijke werk met zich meebrengt.
Ik sluit af.
Suïcide is doodsoorzaak nummer-1 onder jongeren tot dertig jaar en 70% van de jongeren die zich suïcideert is niet in zorg.
Dus wij kunnen allemaal iets doen, uitreiken, contact maken. Een beetje zoals die nachtwaker: ik laat jou niet los.
Het proefschrift van Shireen gaat over zelfdoding en daarmee dit verhaal dat je nu leest. Misschien heb je al dingen gelezen die je hebben geraakt? Zorg daarom goed voor jezelf. Praat erover met vrienden, bekenden, collega's of bel met de hulplijn. In Nederland op het nummer 113, in België op het nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be
Het proefschrift Breaking silence. Adolescent suicidality in secure residential youth care from different perspectives, en bijbehorende praktische producten kan je downloaden via www.stilgevecht.nl.
Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.
Voor wie kan jij de nachtwaker zijn?
Je mag erover schrijven in de comments, belangrijker is dat je er effectief voor iemand bent …