Re-story

View Original

📖 De gemeenschapslandbouw van deze vier boerinnen is lokaal, vrouwelijk, gedeeld, groeiend, duurzaam en sociaal

Tien jaar geleden was Sofie De Blieck opvoedster, Heleen Dewanckele verantwoordelijke voor Bolivia bij Broederlijk Delen en Annelies D’hertoge leerkracht lager onderwijs. Nu zijn ze de boerinnen van coöperatieve zelfoogstboerderij ’t Schaaphof in Landegem. Samen met coöperanten en klanten bouwen ze aan een positief verhaal van lokale groenten, biologische productie, duurzaam en sociaal ondernemerschap.

In 2017 startten Heleen en Sofie ’t Schaaphof, een zelfoogstboerderij op twee hectare grond. Begin dit jaar maakten de vrouwen een grote sprong, samen met 129 coöperanten en vaste medewerker Marieke.

Ze startten hun coöperatie, kochten twee extra hectare grond aan en bieden hun groenten nu ook aan in pakketten, op markten en aan lokale horeca en winkels. De landbouw is hier lokaal, vrouwelijk, gedeeld, groeiend, duurzaam en sociaal. 

Voorbestemd voor gemeenschapslandbouw

Annelies D’hertoge

“Het is ontzettend druk,” vertelt Annelies, terwijl Heleen en Sofie op komst zijn.

“Vanochtend maakten we honderdvijftig pakketten. We zijn nog volop aan het planten, terwijl het ideaal weer is om te wieden en we vaak moeten beregenen. De droogte zorgt voor onrust in onze lijven.” 

In die drukte maken de drie boerinnen tijd, terwijl zelfoogsters, medewerkers, kinderen en depothouders aan hun mouw komen trekken.

En dan roepen het plantgoed en het oudercontact nog. De vrouwen rapen de draad op als iemand even verdwijnt, vullen elkaars zinnen aan en lachen wat af. 

We spreken elkaar in de schaduw van de schuur van de prachtige historische boerderij. “Deze grond is sinds 1834 voorbestemd voor landbouw. Daarom voelt het ook zo juist om hier verder aan voedselvoorziening te doen.

We behielden de oude naam ’t Schaaphof. Mensen uit de buurt kennen die, ze kwamen hier vroeger al op ’t hof,” vertelt Heleen die samen met haar gezin op de boerderij woont.”  

Annelies: “Mensen komen hier super graag. Het is een idyllische en inspirerende plek. Leden komen hier oogsten en klanten komen samen op oogstcafé’s en voor workshops. Klassen kinderen komen hier voor boerderij-educatie. Ook zorggasten zijn welkom.”

Heleen: “We hechten veel belang aan esthetiek en willen dat het hier proper ligt. We doen het niet alleen omdat hier mensen komen, ook voor onszelf. Het geeft werkvreugde, draagt bij aan een goede sfeer.

Schoonheid, biodiversiteit en duurzaamheid gaan samen. Als we houtkanten aanleggen, een poel graven, knotwilgen houden, bloemenranden zaaien of bijen en schapen hun plek geven, heeft dat op alles een positief effect. Als een sneeuwbal die begint te rollen.”

Oogstcafé op ‘t Schaaphof

Biologische zelfoogstboerderij

Heleen: “Van bij de start telen we biologisch. Momenteel telen we zowat zestig verschillende soorten groenten en ook een klein aandeel kleinfruit.

De velden rondom ons worden uitgeput en geïnjecteerd met kunstmest. Wij herstellen onze bodem met niet-kerende bodembewerking en hoogwaardige potstalmest van biologische geiten.

We kweken ons plantgoed zelf op uit het zaad en kiezen zoveel mogelijk voor zaadvaste rassen.” (Lees hier op Re-story het verhaal over Vitale Rassen dat boeren verenigt die zaden telen voor een veerkrachtige en biodiverse landbouw)

Sofie en Heleen leerden elkaar kennen tijdens de opleiding biolandbouw van Landwijzer. “Droom en realisme komen er samen, dat is het mooie.” Ze bereidden er hun samenwerking en de start van ’t Schaaphof voor. 

Het eerste jaar teelden Heleen en Sofie voor honderdvijftig leden, de jaren nadien evolueerden ze naar meer dan tweehonderdvijftig leden.

Zij komen zelf oogsten en betalen voor een heel jaar groenten, volgens het principe van Community Supported:  Agriculture: landbouw gedragen door de gemeenschap. In Vlaanderen werken meer dan zeventig bioboerderijen volgens het CSA-principe. 

Heleen: “De zelfoogst is het hart van onze boerderij, al komen daar nu andere afzetkanalen bij. Die geëngageerde leden hebben ons de kans gegeven om te starten en om topproducten te telen.

Daar zijn we hen heel dankbaar voor. Dat vertellen we ook aan onze marktklanten die daar mee de vruchten van plukken.”

Sofie De Blieck

Sofie: “In 2020 werd Heleen ernstig ziek. De zomers voordien gingen we met z’n tweeën steeds net kopje onder.

Ineens hadden we extra personeel nodig. Annelies en Marieke kwamen, we hadden hoerenchance met hen.

Het klikte heel goed en ze waren zo geëngageerd. En wij ervaarden: personeel kost geld, maar brengt ook nieuwe kansen, ideeën en kwaliteiten. Eigenlijk zijn we in die richting van uitbreiding geduwd.”

Dat bedoelt Sofie heel anders dan wat gangbaar is in de landbouw: dat boeren om financiële redenen - vaak door banken of klanten, en natuurlijk de lage prijzen - steeds meer geduwd worden in schaalvergroting en bio-industrie.

Sofie: “We wilden Annelies en Marieke graag aan boord houden, ons topteam behouden. Om hen een loon te kunnen betalen, hadden we meer inkomsten en afzet nodig.”

Coöperatief

Heleen: “Een van onze trouwe leden, een oud-bankier, kwam op en dag naar ons en zei dat hij wilde investeren in ons bedrijf. Hij had geld te beleggen en deed dat het liefst in een project dat het platteland leefbaar hield en bijdroeg aan een goede biotoop voor vogels en herten in zijn omgeving.

Zijn voorstel was erg gericht op groei, op het kopiëren van ons model naar andere plaatsen. Dat paste niet bij ons. Door zijn open en eerlijke communicatie zeiden we niet meteen nee.

We zagen ook de kansen van investeren in efficiëntie, in een wiedeg om onkruid te beheersen en een koelcel. En er kwam grond vlakbij te koop. We vroegen Peter Depauw van Strategies and Leaders om advies en begeleiding.

Zijn we dom als we dit voorstel laten liggen? Al snel werd duidelijk dat een coöperatieve vennootschap het best bij ons en onze gemeenschapslandbouw past. Daar gingen we voor.”

Annelies: “Heleen en Sofie vroegen Marieke en mij erbij. Ik genoot ondertussen zo hard van het fysieke buitenwerk, van de sfeer en het samenwerken, dat ik me niet meer kon voorstellen dat het zou stoppen. Ik voelde me ook steeds meer betrokken en had de drang om mee te ondernemen.

We trokken met z’n vieren op vierdaagse naar de Ardennen. Om te herbronnen en ’t Schaaphof te herdenken. We begonnen met de vraag waar we naartoe wilden. Verdeelden hoofdtaken en zijtaken, naar onze goesting en competenties. We eindigden met de cijfers en begroting.”

Heleen is nu verantwoordelijk voor de pakketten. Sofie voor de markten. Annelies voor de zelfoogst. Al blijven ze natuurlijk samenwerken. Zij zijn de drie vennoten. Marieke is de vaste medewerkster.

Annelies: “De coöperatieve vennootschap is zo’n mooie rechtsvorm om het samen te doen.” (Dat kunnen we vanuit Re-story enkel maar beamen.)

Positief verhaal

Heleen: “We kozen er bewust voor om de uitbreiding van onze coöperatie mogelijk te maken met behulp van onze vaste klanten.

Mensen die supporters zijn, die de kwaliteit van onze groenten waarderen en die in onze visie geloven, al stellen ze ook kritische vragen. We wilden niet afhankelijk zijn van een bank.”

139 mensen werden de voorbije maanden coöperant van ’t Schaaphof en brachten samen meer dan 250.000 euro mee, goed voor de aankoop van twee extra hectare grond en enkele investeringen. 

Heleen: “We brengen een positief verhaal van lokale groenten, biologische productie, duurzaam en sociaal ondernemerschap. Het is er de juiste tijd voor.

Mensen kiezen bewust voor lokale voeding, gezond voor mens en natuur. Ze willen bijdragen aan een alternatief en duurzaam landbouwmodel en kiezen samen met ons ook voor economische duurzaamheid.

Samen een stuk landbouwgrond aankopen en biologisch bewerken is een prachtige garantie voor de toekomst.

We communiceerden heel open en eerlijk. Elk met onze eigen accenten vertelden we hetzelfde verhaal. Ik denk dat mensen ook voelen dat het klopt als we het bijvoorbeeld over gelijkwaardige samenwerking hebben.

Dat al die mensen ons hun geld toevertrouwen geeft mega veel energie en tegelijk ook stress. Nu moeten we het waarmaken.”

En de oud-bankier? Annelies: “Hij twijfelde op voorhand of het op onze manier zou lukken. Anders mochten we hem nog eens bellen. Hij kocht ook enkele aandelen als coöperant en is echt fan.”

Sofie: “Tijdens de infomomenten deelden we open de cijfers. Twee mensen kaartten ons loon aan. Ze vonden het niet kunnen dat we na vijf jaar zo’n minimumloon krijgen voor ons harde werk.

Ik vind het zo sterk dat mensen voor ons loon in de bres springen Ons loon staat nu geagendeerd op onze eerste coöperanten-vergadering.”

Meer dan klanten

Waar veel consumenten de voorbije jaren de weg naar lokale voeding vonden, zien korte keten initiatieven het enthousiasme bij consumenten nu dalen. Een daling die bij ’t Schaaphof veel minder speelt.

Sofie: “Het blijkt een slimme keuze om onze afzetmarkten zo wijd te nemen. Mensen die stoppen met de zelfoogst, kiezen vaak voor een pakket, komen kopen op een van de markten of gaan naar de lokale biowinkel.

Ook die verkoopt onze groenten. We bespelen een groot deel van de lokale markt. Als een van onze afzetkanalen het wat minder doet, hebben we de andere om het op te vangen. Ook dat gaat om duurzaamheid en veerkracht.

Mensen zijn zo tevreden over de versheid en de kwaliteit van onze groenten. Velen kunnen nadien niet meer genieten van groenten uit de supermarkt. Dat merken we ook op de nieuwe markt. Ze zijn verbaasd en komen terug.

Het mooie is als een klant meer wordt dan gewoon een klant, zoals een chef-kok die we konden bellen toen we een plaag in de serre hadden en tweehonderd kleine Chinese kolen te koop. Hij ging er flexibel en creatief mee aan de slag, en zag de kooltjes niet als ‘overschot’.

Het doet deugd als mensen de kwaliteit van ons product zien, ons verhaal echt volgen en begrijpen dat we werken met de natuur en ervan afhankelijk zijn.”

Eigen keuzes maken

Sofie: “De uitbreiding heeft ons bedrijf veel complexer gemaakt. Het zorgt ook voor meer werk achter de schermen.

Toen we startten dachten we dat we het werk naar onze hand konden zetten. Zo zouden we nooit in het weekend werken. We doen nu een markt op zaterdag. Er is een zekere naïviteit weggevallen. Al blijft dit het mooiste beroep.”

Annelies: “Boeren is zeer aards, zeer natuurlijk. Het zet je met de voeten op de grond. Ondanks de stress, brengt het heel veel rust.” 

Sofie: “We zijn bezig met de basis, het is super boeiend en we zijn de hele dag buiten. We zijn onze eigen baas en kunnen onze eigen keuzes maken.

Vorig jaar beslisten we om een heel andere weg in te slaan, en dat zijn we nu gewoon aan het doen. Met de hulp van zoveel mensen die in ons geloven. Dat succes geeft zo’n boost. Het is dag en nacht verschil met het onderwijs. Waar zomaar plots beslist wordt wat jij het komende jaar moet doen.”

Ruw werk met lichte gratie

Als ik hen vraag wat het geheime recept van hun samenwerking is, vertellen de boerinnen over gelijkwaardigheid, humor en mildheid, over zorgen voor elkaar en complementariteit, over open communicatie en in de bres springen voor elkaar. 

“Dat we vier vrouwen zijn, is geen bewuste keuze, we zijn geen Dolle Mina’s. Het is zo ontstaan omdat het zo goed klikte, en wellicht schept die gedeelde vrouwelijke energie wel een band. We zijn ook allemaal moeders.

We weten wat het is om alles te laten vallen voor een ziek kind. We weten van elkaar dat ons hart hier ligt. Als iemand eens niet komt, gaan we die niet proberen overtuigen.”

Heleen Dewanckele

Heleen: “We hebben een groot vertrouwen in elkaar. We zijn trots op elkaars werk. Dat is voor mij samenwerken in gelijkheid.

In het begin hadden we meer competitie, ik was streng op mijzelf en op Sofie. Nu vind ik het schoon dat Sofie een krak is in onkruidbeheersing en laat ik het los. We groeien elk in onze eigen kwaliteiten.”

Op internationale Vrouwendag schreef Heleen een gedicht over hun samenwerking:

Vandaag rollen we onze spierballen, vier boerinnen op een rij.
We schuiven op het spectrum tussen kracht en kwetsbaarheid.
We combineren het ruwe werk met een lichte gratie.
We zorgen voor kinderen en veld, voor de planeet en elkaar.

We temperen onze rede met emoties.
We zingen en we praten, maar zwijgen als het moet.
We delen lief en leed, tussen pot en pint, tussen gezaai en gewroet.
We buigen ons hoofd voor Moeder Natuur.

We heffen de riek in een strijd voor eerlijke voeding.
We zijn trouw aan onze intuïtie, maar berekend in onze bedrijfsvoering.
We dansen en ploeteren, durven ook vloeken en foeteren.

We zijn wie we zijn
zij aan zij aan zij aan zij
Vier boerinnen
Elk apart
Maar samen wij 💚

Zelfoogstboerderij ‘t Schaaphof

Iedereen in Landegem voeden

Ook hun toekomstdromen tonen de complementariteit van de boerinnen. Dat ze hun plannen en strategie kunnen bolwerken en waarmaken.

Dat er eindelijk een einde komt aan hun minderwaardig loon. Dat de efficiëntie nog toeneemt. Dat de sfeer en de samenwerking zo goed blijven als nu, want wat is er mooier dan met een groep mensen samen keihard werken aan een gedeeld doel? 

Ze dromen ervan om iedereen in Landegem te kunnen voeden, hoe schoon zou dat zijn! Dat voedsel kopen nog meer samengaat met sociaal contact, zoals op de markt.

En dat het bewustzijn bij mensen toeneemt. Dat ze via scholen en instellingen ook mensen bereiken die uit zichzelf niet zouden komen kopen. Dat kinderen het eco-logische en eerlijke voedsel krijgen waar iedereen recht op heeft. 

Ze dromen dat de schoonheid op hun bedrijf blijft floreren. En dat ze flexibel kunnen blijven meebewegen met de uitdagingen.

Heleen: “Er zijn nog zoveel paden te bewandelen, op het vlak van water, van koolstofopslag, van biodiversiteit. Werken aan veerkracht op zoveel vlakken kan natuurlijk enkel als de gemeenschap hiervoor mee betaalt.”


Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …

Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.

Ken jij nog initiatieven waarbij de mensen op een bijzondere manier een hecht team vormen?

Zet ze in de comments hieronder in het zonnetje …